ZIJN WIE JE BENT EN LATEN ZIJN WIE IEMAND IS
Dat het niet altijd rozengeur en maneschijn is in de zorg met, voor en rondom mensen met dementie, is denk ik wel bekend. Dat is in alle takken van de zorg. Zolang de goede momenten nu maar opwegen tegen de moeilijke momenten dan is er niets aan de hand.
Het is zo dat ik ook een echt gevoelsmens ben, dat ik heel erg op mezelf moet letten wanneer er moeilijke dingen op mijn pad komen. Ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel, een groot zorghart en een behoorlijke portie empathisch vermogen. Kan niet fout gaan wanneer zo iemand in de zorg werkt, hoor ik iemand denken…
Meestal heb ik er ook alleen maar gemak van, en geeft het me o.a. heel veel energie. Maar soms loopt alles een beetje over…Dan leef ik zo intens mee met een bewoner, voel ik zoveel verantwoording, dat er een gevaar bestaat dat ik bijna versmelt met de belevingswereld van de bewoner. Zijn/haar pijn wordt dan mijn pijn, hun onmacht, frustratie en psychisch lijden wordt dan een onderdeel van mijn bestaan. En dan loopt het vast, muurvast.
Zo kon ik niet goed loskomen van een van de bewoners. Zorgmijding, agressie, agitatie, verdriet, onmacht en noem maar op, het was allemaal aan de orde. Ik voelde me zo verantwoordelijk en leefde zo intens mee, dat ik nu juist net het tegenovergestelde bereikte dan dat ik graag wilde.
De agitatie en agressie en de onrust werden niet minder, maar leken juist meer te worden, en dan ook nog eens op mij gericht. Ik kon het niet verdragen dat ik er niet achter kon komen op welke manier ik haar zou kunnen helpen, op welke manier ik een verbinding, een contact tot stand kon brengen. Ik voelde me machteloos en gefrustreerd, en al helemaal wanneer het een collega wel lukte. Ik ging twijfelen aan mezelf, kwam het om hoe ik iets zei? Was het mijn stem? Mijn uiterlijk, mijn binnenlopen, mijn oogopslag enz. En natuurlijk hadden we het er onderling over en deelden we tips en trucs, maar het werkte voor mij niet.
Na een goed gesprek met het team en met andere gedragsdeskundigen, moest ik tot de conclusie komen dat er een soort wisselwerking tot stand was gekomen waarbij de bewoner mij van streek maakte, maar nog belangrijker, dat ik haar van streek maakte. Dan maakte het niet meer uit wat of ik deed of probeerde, alleen mijn aanwezigheid was al genoeg om haar de hakken in het zand te doen zetten. Mensen met dementie hebben dan wel een haperend geheugen, maar gevoelens en emoties kunnen ze nog heel lang (aan)voelen. En daarom lukte het niet, ik wilde veel te graag, en veel te veel enz. en daarbij legde ik, zonder dat ik me daar bewust van was, een grote druk op haar, waar zij vanwege haar dementie helemaal geen raad mee wist.
Het koste me veel tranen, blauwe plekken, emotionele opdoffers, wakker liggen en gesprekjes voordat dit besef bij me binnendrong. En ook drong het tot me door dat het niet goed is om mezelf anders voor te doen dan ik ben, om iets voor elkaar te krijgen. Het heeft me veel pijn gedaan en veel moeite gekost om dit alles voor mezelf opeen rijtje te krijgen. Maar wat is het resultaat verbluffend!
Helemaal goed uitleggen hoe die verandering in mij tot stand is gekomen kan ik niet, maar wel dat ik de druk van willen en moeten los heb gelaten. Ik mag falen, ik mag een keer iets niet voor elkaar krijgen. Neemt ze de medicatie niet van me aan, wil ze niet eten, niet wassen en/of douchen? Geeft niets, probeer ik het een ander tijdstip, of sla het een dienst over. Ze gaat er niet dood aan, vervuilen doet ze ook niet zomaar en eten een dagje overslaan is ook geen probleem. Haar verdriet en onmacht is heel erg, maar het is niet van mij, meeleven mag, mee-lijden niet! Door haar te benaderen op deze manier is er een bepaalde rust in mij gekomen. En deze rust straal ik blijkbaar nu op haar over.
Door niets meer van haar te verwachten, niets meer van haar te willen, laat ik haar in haar waarde, en krijg ik nu zoveel van haar terug! Een lach, het noemen van mijn naam, het aannemen van medicijnen en eten enz. Ik heb de blauwe plekken en emotionele opdoffers er graag voor over gehad, die had ik blijkbaar nodig om te kunnen zijn wie ik ben, en zodoende haar te kunnen laten zijn wie ze is, waar en wanneer dan ook!
© Mariët de Landmeter